Onder mensen die weinig AGEs via de voeding binnenkrijgen, komt minder vaak de ziekte van Alzheimer voor. Dat blijkt uit een onlangs gepubliceerde studie.
In haar boek Het anti-AGE-dieet schrijft prof. Helen Vlassara dat AGEs in voeding waarschijnlijk een kwalijke rol spelen bij het ontstaan van de ziekte van Alzheimer. Zij baseert dit vermoeden op een experiment dat zij deed met proefdieren: bij muizen die zij AGE-rijke voeding gaf, hoopten zich schadelijke ‘Alzheimer-eiwitten’ (amyloïde plaque) in de hersenen op; dit gebeurde niet bij muizen die voer met weinig AGEs kregen.
Maar gaat het verband tussen AGEs en Alzheimer ook voor mensen op? ‘Ja’, suggereert een wetenschappelijk artikel dat in het Journal of Alzheimer’s Disease verscheen. Onderzoekers namen eerder uitgevoerde bevolkingsonderzoeken naar nationale eetgewoontes in een reeks verschillende landen opnieuw onder de loep, en hielden ditmaal het AGE-gehalte van 549 voedingsmiddelen naast de gegevens. Zo konden zij berekenen hoeveel AGEs mensen ongeveer binnenkrijgen met de verschillende voedingspatronen. Mensen die een Mediterraan of een traditioneel Japans voedingspatroon volgen – en dus weinig vlees en zuivel consumeren – krijgen volgens de onderzoekers gemiddeld de minste hoeveelheid AGEs binnen. En onder de groepen mensen die weinig AGEs consumeren, komt ook beduidend minder Alzheimer voor. ‘AGEs in voeding lijken een belangrijke risicofactor voor Alzheimer te zijn,’ concluderen de onderzoekers. En: ‘(Onze data) laten zien dat een vermindere inname van AGEs significant correleert met het verminderd voorkomen van de ziekte Alzheimer.’ Dat is wetenschappelijk jargon voor: ‘We kunnen het nog niet met zekerheid zeggen, maar het lijkt er verdacht veel op dat overschakelen op AGE-arme voeding het risico op Alzheimer verkleint.’